Op de dierenweide bij Ewsum groeit sinds Open Monumentendag 2011 een verzameling oude landbouwhuisdieren. Geiten, vaste krachten in elke kinderboerderij, nemen op Ewsum inmiddels een belangrijke plaats in en dat lijkt mij terecht.
In 1904 werd in Middelstum een onderzoek gedaan naar de bouwkundige toestand van alle woningen met ten hoogste drie kamers.
Toen ik de 450 formulieren van het onderzoek doorwerkte, bleek dat er bij 106 woningen een hok stond voor een of twee geiten. Een leuke vondst, maar als het om huisdieren ging had ik sneller kunnen zoeken. Vanaf 1851 moest elke gemeente jaarverslagen indienen bij de provincie. Daarin werd de gang van zaken in een gemeente beschreven, ook op terreinen waar de gemeente weinig invloed had.
Zo was er jaarlijks een overzicht van alle landbouwgewassen die in de gemeente waren verbouwd, met de opbrengsten per hectare. Ook vee en pluimvee stond in een jaarlijks overzicht, heel gedetailleerd: in 1867 waren er in Middelstum naast 2067 hoenders twee kalkoenen. Op de website van de Groninger Archieven zijn van de jaren 1851 tot 1935 de complete gemeenteverslagen van alle Groningse gemeenten te lezen. Met weinig inspanning* levert het verrassende kijkjes in het verleden op.
Terug naar de geiten. Het gemeenteverslag van Middelstum over 1904 telt 90 geiten. Dat lijkt in afwijking van het woningonderzoek, maar dat telde alleen de hokken, niet de inhoud. In 1905 was het met 105 stuks bijna volle bak. Vanaf 1910 ziet het gemeentebestuur het aantal geiten sterk afnemen en vindt dat een reden tot tevredenheid. Onder “Armwezen” vermeldt het gemeenteverslag 1912 het volgende: “In vergelijking met vroegere jaren valt er ten opzichte van de toestand der behoeftige klasse vooruitgang te bespeuren. Sommige arbeiders bouwen of vernieuwen hunne huizen, anderen schaffen hun geit af en kopen een schaap of koe.” In deze tijd moeten we die geiten van Ewsum wel blijven tellen.
Joop T.