Westerwijtwerd – Mariakerk

In een lijst van inkomsten van de abdij Werden bij het Duitse Essen was er rond het jaar 1000 voor het eerst sprake van een nederzetting genaamd Widuvurd (met wilgen of hout begroeide wierde). Westerwijtwerd ligt echter niet op, maar naast de in 1880 afgegraven wierde. De huidige bakstenen kerk werd omstreeks midden 13e eeuw gebouwd. Oorspronkelijk was de kerk aan de oostzijde afgesloten met een halfronde koorapsis, die rond 1830 is vervangen door een rechte sluitwand. Aan de laatromaanse oorsprong van het schip herinneren aan de noordkant een klein rondboogvenster met een kraalprofiel en een spitsboogfries onder de dakrand. Opvallend is dat de middelste travee aan deze kant zonder vensters bleef. Alle overige vensters en portalen werden later veranderd, dichtgezet of vergroot. Oorspronkelijk had de kerk een losstaande lage toren op enige afstand van de westmuur. Toen het schip in het tweede kwart van de 16e eeuw een halve travee naar het westen werd verlengd, raakte deze vervolgens met de kerk verbonden. Hierbij werd de toren fors verhoogd en werden de oude galmgaten gedicht. De huidige luidklok werd in
1630 gegoten door de Franse klokgieters Nicolas Rovier en André Aubertin. Kort na de overdracht aan de Stichting Oude Groninger Kerken in 1971 raakte de kerk bij een storm ernstig beschadigd. Een grootscheepse restauratie volgde in 1974-76.

Interieur
In het interieur bleven twee van de drie koepelgewelven bewaard, met de oorspronkelijke geschilderde baksteenpatronen. Opmerkelijk is de variëteit aan visgraat-, vlecht- en keperverbanden, met een afwisseling van roodbruine en donkergrijze tinten. In de westelijke travee komen de acht ronde ribben bijeen in een vlak vierkant. Sierlijker is de stervormige sluitring in de middelste travee, gevormd door boogjes die de ribben onderling verbinden. Even daaronder worden de ribben onderbroken door vlakke verbredingen waarop maskerkoppen zijn geschilderd. Vier afgezaagde balken in de westwand van het schip zijn waarschijnlijk de resten van een orgeltribune. Dat de kerk al in de 16e eeuw een orgel bezat, blijkt uit een document uit 1544. Het huidige orgelfront voor de scheidswand is (orgel)loos en dateert uit 1902. De zwart geschilderde neoclassicistische preekstoel voor de oostwand dateert uit de tijd dat de koorsluiting werd vernieuwd, rond 1830. Het laatgotische ijzerbeslag dat later is gebruikt voor het schotwerk tussen kerk en portaal, behoort tot het mooiste in de provincie.

 

Muurschilderingen
Op de noordwand van de middelste travee is een nogal primitief ogende schildering van twee duellerende figuren te zien die waarschijnlijk uit midden 14e eeuw dateert. Beiden dragen een schobbejak (een soort harnas) en zijn bewapend, de linker met een soort lans en de rechter met een zwaard. Achter de linker figuur is een hondachtig wezen voorgesteld, terwijl achter de rechter de kop van een draak te zien is. De linker figuur lijkt net met zijn schild een aanval van de rechter te hebben afgeslagen. Opvallend is de haardracht van beide figuren, in de vorm van een kuif op het voorhoofd. Alleen adellijke krijgers mochten het haar op deze manier dragen, waarmee zo’n kuif een statussymbool en tegelijk een teken van onafhankelijkheid was. Het tafereel van de twee kampvechters past in de vetemaatschappij van de middeleeuwse Ommelanden. Gewoonlijk werden geschillen tussen edelen door middel van dergelijke duels opgelost. Mogelijk duidt het voorkomen op de kerkmuur erop dat de kerk voor de rechtspraak werd gebruikt, maar waarschijnlijk is dat niet. Die functie was voorbehouden aan de grotere kerken, terwijl de voorstelling van de kampvechters in Groningen vooral voorkomt in kleine kerken; behalve in Westerwijtwerd vinden we ze ook in Den Andel en Woldendorp. Het ligt daarom meer voor de hand de scène te interpreteren als een beeld van het godsoordeel: de winnaar van het duel kon alleen winnen met Gods steun, zo was de gedachte, waarmee hij het recht aan zijn kant had. In algemene zin verbeeldt het duel dus de strijd tussen goed en kwaad.

© Gebaseerd op tekst van Justin Kroese (ODE: 50-jarig jubileum van SOGK 2019), aangevuld met informatie van Peter Hoffer.
SOGK ©2021, herziene versie