De kerk van Middelstum is een van de weinige laatgotische dorpskerken in de Ommelanden. Ridder Onno van Ewsum gaf opdracht tot de bouw toen hij in 1458 heelhuids terugkeerde van een pelgrimage naar het Heilige Land.
In een kerkkroniek die in de 17e eeuw met zwarte letters op de koorwand werd geschreven is te lezen dat hij op de terugweg getooid werd met de eretitel ‘Ridder van Cipren’ (Cyprus). Een tweede kerkkroniek vermeldt dat de pastoor in die tijd Egbert Onsta heette. Aan deze geestelijke, die evenals Onno van adellijke komaf was, herinnert een voor Groningen unieke gebeeldhouwde zandstenen epitaaf. Deze kwam in 1879 aan het licht en werd vervolgens gerestaureerd en aangevuld. We zien de geknielde geestelijke voor een gekroonde Maria met Kind op een houten klapstoel. Achter Egbert staan de ridderheilige Hippolytus, de patroon van de kerk, en mogelijk zijn eigen naamheilige Sint-Egbertus. Boven het tafereel bevindt zich een Latijns grafschrift dat vermeldt dat Egbert Onsta, ‘onze eigen goede pastoor’ en ‘prebendaris (=bedienaar) van het altaar van de Maagd hier’, overleed op de naamdag van Sint-Bernardus in het jaar 1476.
Interieur
Van het overige kerkinterieur uit de tijd van Onno en Egbert is weinig bewaard gebleven. In de noordelijke koorwand een sacramentsnis met een houten deurtje, dat als enige in zijn soort de Reformatie in Groningen overleefde. De belangrijkste overblijfselen uit de katholieke middeleeuwen in de kerk van Middelstum zijn de muur- en gewelfschilderingen van begin 16e eeuw. Naast allerlei florale en dierlijke motieven, zoals putti, vogels en planten, zijn er spreekwoorden, moraliserende scènes en religieuze voorstellingen afgebeeld. In de viering Het Laatste Oordeel, met Maria en Johannes de Doper aan weerszijden van een regenboog als troon voor Christus. Boeiend is vooral de uitbeelding van hemel en hel in renaissancestijl. De hemel als fraai bouwwerk met zuilen en ronde bogen, omgeven door wolken met zingende engelenkoren. In scherp contrast hiermee de hel, een ruïne waarin een constante uitslaande brand woedt. Vervaarlijke duivels grijpen verdoemden en pijnigen en martelen de arme zielen. Op het schipgewelf is de zondeval verbeeld, met Adam en Eva naast de boom in het Paradijs. De slang kronkelt om de stam met een appel in zijn bek, terwijl Eva deze beetpakt. Op het westelijke gewelfvak van de viering is Pinksteren verbeeld, het moment waarop de Heilige Geest op de verzamelde apostelen neerdaalt. Te midden van de apostelen is de zittende Maria te zien met een boek op schoot, een niet-Bijbels motief dat in de middeleeuwen wijdverbreid was.
Adelskerk
Rond 1662 kreeg het interieur van de kerk geleidelijk het karakter van een adelskerk. Op de grens tussen koor en schip plaatsten de families Lewe en Clant in 1704 een kolossale herenbank. Op het voorschot is een allegorische vrouwenfiguur uitgebeeld naast een leeuw, terwijl zij een wildeman onder haar voet vertrapt. Een verbeelding van de kracht van het geloof? Het familiewapen Lewe-Clant bekroont ook het klankbord van de fraai gesneden preekstoel uit 1733, toegeschreven aan Casper Struiwig. Op het voorpaneel van de kuip is de vergankelijkheid of vanitas verbeeld door een doodskop en een gevleugelde zandloper. Deze thematiek, die in Groninger kerken veel voorkomt, kan worden opgevat als een uiting van bescheidenheid door de adel: uiteindelijk zal iedereen, rijk en arm, machtig of ondergeschikt, door de dood worden overwonnen. Het monumentale orgel voor de westwand werd in 1863 gebouwd door Petrus van Oeckelen.
Hemony carillon
De toren heeft drie geledingen en een tentdak met afgeplatte vorsten. Dit dak wordt bekroond door een octogonale lantaarn met klokvormig koepeltje uit de 17e eeuw. In de eeuw na de Reformatie werd de toren voorzien van een beiaard met 23 klokken, die in 1662 werd gebouwd door de beroemde klokgieter François Hemony. In 1949 werd het carillon met 7 klokken uitgebreid. Het Hemonycarillon geniet tegenwoordig internationale bekendheid en wordt regelmatig bespeeld. Zie ook de website: www.kerkmiddelstum.nl
© Gebaseerd op tekst van Justin Kroese (ODE: 50-jarig jubileum van SOGK 2019), aangevuld met informatie van Peter Hoffer.