De zaal van Vita Nova was donderdagavond tot de laatste stoel bezet bij de lezing van de bekende Groninger archeoloog Egge Knol, conservator archeologie-geschiedenis van het Groninger museum.
Op zijn bekende humoristische wijze wist hij het publiek te boeien met de vele verhalen gebaseerd op de opgravingen in Groningen en Friesland.
De geschiedenis zit op veel plaatsen onder de grond die tijdens opgravingen dan opeens zichtbaar wordt en de archeologen vaak voor verrassingen doet staan.
In de pauze werd Egge Knol verrast met een opgraving van onze eigen, amateur archeoloog, Mark van Dijken, deze had een lepel van aardewerk meegenomen en volgens Egge knol was dit een zeer bijzondere vondst die heel weinig voorkomt vooral door de leeftijd, de lepel is volgens hem van 400 voor Christus.
Uiteraard was er veel aandacht voor de opgravingen rond Middelstum met als meest in het oog springende stuk, het masker van Middelstum dat bij de Boerdamsterweg is gevonden en is gedateerd op ca 500 voor Christus en in het Groninger museum wordt bewaard.
Aan het einde van de lezing was er gelegenheid om nog wat vragen te stellen aan Dhr. Knol en daar werd graag gebruik van gemaakt, ook in zijn antwoorden voerde de humor vaak de boventoon.
De voorzitter attendeerde na afloop de aanwezigen nog op de intekenlijst voor de tweede druk van het boek van Meile Bakker “Knikkeren in spertijd” en daar werd goed gebruik van gemaakt.